Het vinden van een betaalbare en geschikte huurwoning is nog steeds lastig. Uit onderzoek van de Woonbond blijkt dat vier op de tien Nederlanders nu niet tevreden is met de huurwoning die hij heeft en graag wil verhuizen. Met name gezinnen jonger dan achttien jaar zijn hun huurwoning ontgroeid, maar kunnen geen nieuwe geschikte woning vinden. En dan zijn er nog de starters, die steeds langer bij hun ouders blijven wonen omdat ze ook op de huurmarkt geen kans krijgen. Vrouwen zijn gemiddeld 23 jaar als ze uit huis gaan. Mannen gaan pas op hun bijna 25e voor het eerst op zichzelf wonen.

Huurwoning vinden blijkt lastig

Als je een woning wilt gaan huren, heb je twee opties. De eerste optie is het huren van een sociale huurwoning. Als je een lager inkomen hebt, kun je daarvoor ook huurtoeslag ontvangen. Doordat veel mensen in aanmerking komen voor een sociale huurwoning en te weinig verdienen voor de vrije sector, is het erg lastig om aan een sociale huurwoning te komen. Er is namelijk een enorme wachtlijst waardoor het soms wel tientallen jaren kan duren om een goede sociale huurwoning te vinden. Als je op zoek gaat naar een woning in de vrije sector, moet je daarvoor een goed inkomen hebben. Je moet namelijk voldoen aan inkomenseisen. Dat kan in de praktijk betekenen dat als je een huis van 1000 euro huurt, je tot wel vier keer de huur moet verdienen als maandsalaris.

Sociale huurwoning

Als je te weinig verdient om een huurwoning uit de vrije sector te huren, ben je aangewezen op de sociale huur. De sociale huur houdt in dat je de woning huurt van een woningcorporatie (vroeger de woningbouw genoemd). Veel Nederlanders huren een sociale huurwoning en dat leidt tot lange wachttijden. Er staan al jarenlang meer mensen op de wachtrij dan dat er woningen beschikbaar zijn. Als de vrije huur en een koopwoning geen optie is, ben je aangewezen op de sociale huur. Een huurwoning kost dan maximaal 808,06 euro per maand.

Veel mensen zoeken naar een sociale huurwoning en daardoor kan het erg lang duren totdat er een woning beschikbaar komt. Het langst wacht je in de Randstad. Daar kun je soms tot wel 15 jaar wachten totdat je een sociale huurwoning vindt, in meer dan een kwart van de gemeenten wacht je meer dan 7 jaar. Maar ook in de rest van Nederland moet je soms lang wachten. Overal in Nederland loopt de wachttijd op. In Amsterdam wacht je gemiddeld 13 jaar en 10 maanden totdat je een huurwoning krijgt toegewezen. In Groningen is dat 4 jaar en 10 maanden. 

Vrije huursector

Is kopen geen optie en verdien je te veel om voor de sociale huur in aanmerking te komen, of wil je niet zo lang wachten? Dan is de enige optie die je nog hebt, huren in de vrije huursector. Maar ook dat valt vies tegen, zeker als je in je eentje naar een huurwoning zoekt. Als je als starter een jaarinkomen van 71.000 euro hebt, kun je alleen een huis kopen. Maar veel jongeren hebben dat niet en zijn aangewezen op de vrije huursector.

Daar blijkt dat je zo’n vier tot vijf keer de huur moet verdienen om in aanmerking te komen. Zeker in de Randstad zoals in Den Haag of Leiden betaal je al snel 900 euro per maand voor een klein appartementje van 30 vierkante meter. Dat is exclusief de vaste lasten, zoals gas, water en licht. De woningen zijn bedoeld voor één persoon, maar daar is de inkomenseis niet naar. Zo moet je drie tot vier keer de huurprijs als netto inkomen in je eentje weten te verdienen. Dat betekent dat je onder de streep ongeveer 3600 euro netto moet verdienen om voor de huurwoning van 900 euro per maand in aanmerking te komen. De gemiddelde huurprijs van een woning ligt zelfs op zo’n 1000 euro. 

“Het vinden van een particuliere huurwoning in Amsterdam, of eigenlijk in de gehele Randstad, is naast alle financiële zaken ook een zaak van snel reageren. Het kan daardoor veel tijd in beslag nemen om een woning te vinden in de vrije huursector. Dit maakt de zoektocht voor veel mensen een lastige klus.” - Peter de Vreede 

Ook andere uitgaven in de verdringing

De zoektocht naar een huurwoning blijft dus knap lastig. En huurders tot 35 jaar (exclusief studenten) geven zelfs zo’n 39 procent van hun netto inkomen uit aan woonlasten. Huiseigenaren betalen maar zo’n 25 procent van hun inkomen. Huurders hebben deels een lager inkomen, maar de woonlasten zijn in verhouding ook hoger.

Doordat huurders steeds vaker te maken hebben met hoge woonlasten, wordt het sparen lastig. Om nog maar te zwijgen over andere belangrijke uitgaven, zoals bijvoorbeeld: verzorging en gezondheid, verzekeringen of een bezoek aan de tandarts. Om die reden is en blijft het lastig om een betaalbare huurwoning te vinden.